Bad Nieuweschans - De Europese Unie heeft 40 interne grensregio’s, die samen 40% van het grondgebied van de Unie beslaan en goed zijn voor bijna 30% van de EU bevolking. Deze grensregio’s, waaronder de Eems Dollard Regio, presteren op economische vlak vaak minder goed dan andere regio’s. Om dit aan te pakken heeft de Europese Commissie onlangs het artikel “Boosting growth and cohesion in EU border regions” gepubliceerd. Dit artikel stelt nieuwe en concrete maatregelen voor hoe de economische groei van de grensregio’s gestimuleerd kan worden.
Die groei wordt ingezet door meerdere partijen die intensief samenwerken in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland. Eén van die partijen in de Eems Dollard Regio is Koepelproject Arbeidsmarkt Noord. Hun doel? Het realiseren van één grensoverschrijdende onderwijs- en arbeidsmarktregio.
Maar hoe werkt dat in de praktijk? Dat lieten Ilona Heijen en Michiel Malewicz (projectmanagement Koepelproject Arbeidsmarkt Noord) in Brussel zien op 11 oktober tijdens de bijeenkomst “Mobiliseer het potentieel van Europese grensoverschrijdende samenwerking”.
“Economische groei in de grensregio is mogelijk wanneer er snel gereageerd kan worden op veranderingen op de onderwijs- en arbeidsmarkt”, aldus Ilona Heijen. “Daarom is ons Koepelproject ook praktisch ingesteld. Dat snelle reageren kan door verschillende kleinere, regionale partijen, zoals bijvoorbeeld het MKB, studenten, onderwijs- en zorginstellingen te koppelen en hen de mogelijkheid te geven om zelf grensoverschrijdende initiatieven te nemen. Dat gebeurt hier binnen praktische thema’s die elkaar aansturen en aanvullen.”
Als voorbeeld noemt Michiel Malewicz “Vroege Buurtaal!”, een bouwsteen binnen het thema onderwijs, dat zich inzet voor het geven van buurtaalonderwijs in Nederland en Duitsland op basisscholen. Economische groei ligt volgens hem ook in het elkaar kunnen begrijpen.
“Om zaken te doen in Duitsland is het handig om ook de taal te spreken en de cultuur te begrijpen. Door op jonge leeftijd al in aanraking te komen met elkaars taal wordt later de drempel om in Duitsland, en omgekeerd Nederland te ondernemen, kleiner.”
Zulke initiatieven ondersteunt het Koepelproject op kleinere schaal, voornamelijk door partijen te verbinden en samenwerking te faciliteren met middelen uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Door de verschillende Nederlandse en Duitse partijen samen te brengen en te ondersteunen is er niet alleen sprake van grensoverschrijdende, maar ook sector overschrijdende samenwerking.
Michiel Malewicz vat het samen. “Onze insteek is om nog meer te werken op basis van thematische, grensoverschrijdende samenwerking door een netwerk van lokale partijen te creëren. Zo zie je grensoverschrijdende bijzonderheden in de praktijk sneller en kan je deze op lokaal niveau effectiever aanpakken. Zo creëren wij meer kansen en mogelijkheden voor de grensregio. En door met een positieve insteek te werken, partijen te verbinden en te ondersteunen waar mogelijk, willen wij kansen en mogelijkheden op de onderwijs- en arbeidsmarkt bereikbaar maken voor iedereen in deze regio. “